Terugblik

Geplaatst op - 26 Juli 2018

De terugvlucht is geboekt, het afscheid nadert snel, veel te snel. Ik weet niet of je je herinnert hoe ik in mijn eerste blog over Napoli sprak, maar er is sindsdien veel veranderd. Ik gaf een negatief reisadvies, want er was weinig te zien en het was een chaos. Het enige waar ik over te spreken was, waren de mensen. In dat opzicht is er weinig verandert, maar ook de stad heeft op een bepaalde manier meer en meer mijn hart veroverd. Ditmaal zal ik vertellen hoe en waarom, maar ik vertel ook iets meer over wat ik hier zoal uitgevoerd heb.

Er is een befaamde uitspraak over Napoli die luidt: “Wie naar Napels gaat zal twee keer huilen: de eerste keer is wanneer je arriveert en de tweede keer wanneer je vertrekt”. Ik zal direct toegeven dat het totaal niet klopt voor mij, want ik heb veel vaker gehuild, maar het was niet toen ik aankwam. Maar het zal wel zijn als ik vertrek, daar heb ik me alvast op voorbereid. Het gevoel wat deze zin uitdraagt, begrijp ik echter wel. Zoals ik eerder beschreef, heeft de stad een behoorlijk slecht imago, dus moet je huilen als je aankomt. Op zich was ik in eerste instantie ook niet positief over de stad, dus in die zin is de uitspraak wel degelijk op mij van toepassing. Alleen kwamen die tranen niet, aangezien ik geoefend ben in het tegenhouden van tranen, maar daarover later meer. Het huilen bij vertrek vertolkt de invloed die de stad – en dan volgensmij vooral haar inwoners – op haar bezoekers heeft.

Mijn stage

Het belangrijkste doel van deze ervaring was natuurlijk mijn stage, want dat was de reden dat ik hier kwam. En hoewel ik er misschien weinig over geschreven heb, was dit ook een groot en zeer leuk onderdeel. Ik kwam eigenlijk zonder plan aan, behalve een paar vage leerdoelen die je verplicht op moet stellen van tevoren. Na een paar weken hadden we een project bedacht; WAARSCHUWING: als je niet van biologie houdt, kun je beter naar de volgende paragraaf gaan! In dit project zou ik onderzoek doen naar een gen dat een belangrijke rol speelt in het afweersysteem van wilde zwijnen. Ik wilde echter weten of het ook een functie had in de vachtkleur, omdat daar wat aanwijzingen voor zijn. De methoden om dit te onderzoeken lukte echter niet, omdat we niet de goede materialen hadden. Daardoor heb ik mijn project veranderd. Uiteindelijk komt het erop neer dat ik gekeken heb of er verschil bestaat in de manier waarop verschillende vormen van dezelfde soort (wild zwijn, maar ook het varken en nog 2 andere vormen, waarmee ik je niet zal vermoeien) dit gen gebruiken. En dit blijkt het geval! Een collega heeft hetzelfde onderzoek gedaan, maar voor een ander gen en dat geeft dat we samen sterke resultaten hebben geboekt. Zo sterk, dat we er een stukje over geschreven hebben en mijn collega mag dit in september op een internationaal congres presenteren. Een kroon op ons werk en een gave afsluiting van zo’n stage.

Naast mijn labwerk hebben we ook veel gezelligheid gehad op het lab. Ik kon het goed vinden met mijn collega’s en heb ontzettend veel van ze geleerd. Uiteraard op biologisch gebied, maar ook als het gaat om het Italiaanse leven, de gebaren etc. Een ander belangrijk onderdeel was het veldwerk. Ik ben meerdere keren er een paar dagen op uit geweest met ze om de dieren in hun natuurlijke omgeving te bestuderen. Dit bevatte altijd een lange autorit en een vermoeiende dag, maar vaak ook veel lekker eten, gezelligheid en drinken (ja, ook alcohol). Al met al kan ik dus wel zeggen dat ik ontzettend tevreden ben over mijn tijd hier en ik weet dat zij dat ook zijn. Mijn vergeetachtigheid werd me niet altijd in dank afgenomen, maar daar werk ik aan en er moet toch iets te verbeteren zijn. Ik heb een hoop met ze meegemaakt, hun familie ontmoet, bij de professor thuis gegeten en niet te vergeten: goed met ze gewerkt.

foto van mij en mijn team voor een huis
Groepsfoto tijdens de laatste keer veldwerk

Mijn dagelijkse leven

Naast mijn lange dagen in het lab, heb ik natuurlijk wel meer meegemaakt. Pas na meer dan een maand had ik pas echt een ritme ontwikkeld, maar dat voelt nu dan ook wel echt als mijn leven. Ik sta iedere ochtend om half 8 op en maak me klaar voor de dag. Inclusief een douche om het nachtzweet weg te wassen na weer een nacht waarin het Quick niet daalde onder de gemiddelde Nederlandse zomertemperatuur. Dan ga ik met de bus naar de universiteit en werk daar tot een uur of 7. Op dagen dat ik ’s avonds naar de kerk ga, eet ik een warme en grote lunch en vlak voor vertrek een snack, want ik ga dan direct door naar de kerk. Op de andere dagen eet ik meestal (heel Hollands) een broodje. Op de kerkdagen kom ik meestal rond 10 uur thuis en dan moet ik dus nog avondeten. Ik wordt meestal door de dominee thuisgebracht, nadat we gezellig gekletst hebben en de kerk afgesloten hebben. Je begrijpt dat ik op deze avonden na het eten direct ga slapen, en dus niet te zwaar eet. Op de andere dagen kook ik uitgebreider en doe ik ’s avonds nog iets om wat te ontspannen. Op zaterdag doe ik de boodschappen. Ik haal het meeste bij de supermarkt een straat verderop, inclusief een bol mozzarella per week en wat kaas voor de pasta. Dan loop ik naar de vriendelijke groenteboer om mijn bananen en wat groente te kopen. Ik maak wat schoon, ga shoppen, of verveel me de rest van de dag. Een aantal keren heb ik ook afgesproken met wat vrienden en aan het begin was er vaak een bijeenkomst voor jongeren in de kerk. De zondagen beginnen standaard met een kerkdienst, na wat uitslapen, waarvan ik meestal rond 12 uur terug ben. Dan volgde aan het begin standaard een saaie dag. De laatste maand heb ik me geen moment meer verveeld op zondag, want iedere week was ik bij iemand uit de kerk uitgenodigd. Ik werd overladen met uitgebreide Italiaanse maaltijden en ontzettend veel gezelligheid. Ter illustratie: meestal waren we pas klaar met lunchen rond de tijd dat de gemiddelde Nederlander gaat dineren. Tonnetje rond moest ik dan ook echt even bijkomen en daarna bezochten we weer een (andere) kerkdienst, voor ik naar huis gebracht werd. Tegen die tijd had ik nog steeds niet veel trek, maar at toch wat en daarna dook ik snel mijn bed in, om de volgende ochtend weer om half 8 aan een nieuwe werkweek te beginnen. Zoals je merkt, komt mijn huis er weinig in voor. Los van het feit dat ik er niet veel was, is het ook niet echt de moeite waard. Ik had op zijn zachtst gezegd niet het beste appartement en ook niet de gezelligste huisgenoten. De meeste tijd woonde ik er alleen, had ik geen internet, warmde de douche niet op, of juist teveel en was het flink heet in huis. Het was dus maar goed dat ik er niet veel was.

foto van mij en 6 Italianen bovenop de Vesuvius
Het hoogtepunt

De mensen en de kerk

Naast eten zijn de Napoletanen waarschijnlijk wel hét terugkerende onderwerp van deze blog. Want wat ben ik van ze gaan houden, en ik weet dat de liefde wederzijds is. Ondanks dat ik niet de persoon ben om snel en veel vrienden te maken, merkten mijn collega’s al snel op dat ik meer vrienden heb dan zij in Napoli. En dat begrijp ik wel, want de jongeren in de kerk zijn ontzettend belangrijk voor me geworden en het zijn er aardig wat. In Nederland loop ik na de kerk vrijwel standaard direct naar mijn auto, maar hier ben ik standaard de laatste die vertrekt. Tenzij een gezin me uitgenodigd heeft voor de lunch en eerder vertrekt. Ik zag ze dus zo’n 3 tot 4 keer per week, appte vrijwel dagelijks met ze en heb meerdere dingen met ze ondernomen. Onze gesprekken varieerden van knettergekke tot de diepste onderwerpen. We lachten, maar huilden ook samen. (Letterlijk, want ja, ze hebben me hier wel wat geleerd op dat gebied). Elke keer als ik benoem hoe zwaar ik het vind om afscheid te moeten nemen, beamen ze dat volmondig en dat niet alleen, ze lieten het ook zien met daden. Naarmate het vertrek naderde, werden de knuffels langer en de blikken liever. Meer dan één merkte op dat het leek alsof ik al veel langer in Italië was en zo voelde het ook voor mij. Alsof we elkaar al veel langer kennen, zo diep is de band inmiddels wel. Een van de hoogtepunten was wel dat we met een groepje naar de Vesuvius gegaan zijn. Hoeveel ik ook van deze chaotische stad ben gaan houden, ik trek nog steeds het liefst de natuur in. In tegenstelling tot de jongeren zelf, want zij hadden de Vesuvius dus nog nooit bezocht! Alleen de rit er naartoe was voor mij al een feest. Niet omdat we als haringen in de trein stonden, maar omdat het enorm gezellig was. Na een korte wandeling genoten we van het uitzicht over “ons Napoli” en de vulkaan en toen werden we bij elkaar geroepen. Als verrassing kreeg ik een video te zien waarin Nederlandse een vriendin mij half Italiaans, half Nederlands toesprak. Het was een beetje zo’n “All you need is love”-momentje, zo gaaf dat ze dat voor mij gedaan hadden. Als antwoord hebben we direct een filmpje teruggestuurd, waarin onder andere het Nederlandse repertoire van mijn Italiaanse vrienden weer even aangehaald werd. Ik genoot ervan hoe deze, voor mij, twee werelden even bij elkaar kwamen. Vrij snel daarna moesten we weer naar beneden en eenmaal terug bij de trein hebben we een lekkere pizza verorberd. Hoe kan het ook anders. Eigenlijk wilden ze hierna weer allemaal op huis aan, maar ik wilde nog even het centrum in om iets te kopen. Toen ze daar lucht van kregen, besloten ze het uitje te verlengen en zo werd het uiteindelijk een lange, maar enorm gezellige dag. Een dag om nooit meer te vergeten, net als deze hele ervaring.


Kijk ook eens op mijn flickr, waar ik nu een mooi album geplaatst heb met een overzichtje van wat ik zoal gegeten heb in Napoli.


Op deze website zal ik regelmatig een update plaatsen over mijn leven en stage in Italië. Mijn avonturen in Napoli: de stad van de maffia, waar je vuilnis niet opgehaald wordt en het weer heerlijk moet zijn. Vooroordelen of de waarheid? Ik hoop het je te vertellen. Als ik de tijd vind, post ik ook nog andere dingen, dus kom regelmatig een kijkje nemen! Wil je zeker zijn dat je niks mist? Vul dan onderaan je mail-adres in, dan krijg je maximaal een keer per week een mail van mij.



Reacties